31 mei 2011

Verslag van de Challenge Vercors



Afgelopen weekend heb ik meegedaan aan de Challenge Vercors, ondertussen al weer de derde cyclo van dit seizoen. Vorig jaar was deze juist mijn eerste en begon ik gelijk met een mooi resultaat: 21e en slechts één plek verwijderd van het dagpodium in mijn categorie. Dit jaar ben ik het seizoen helaas wat minder positief begonnen: ondanks hoopgevende trainingsresultaten in april, mislukte La Look en La Ventoux. Vorige week was ik er niet aan toegekomen om mijn verslag van La Ventoux aan m'n blog toe te voegen, maar het kwam er eigenlijk op neer dat de positie op mijn nieuwe fiets er voor zorgde dat ik tijdens de beklimming vanuit Malaucène twee keer moest af stappen omdat de pijn in m'n rug, die uitstraalde naar mijn benen, gewoon te erg werd. Uiteindelijk ben ik nog wel doorgegaan en heb ik nog een beste aardige tweede helft gereden. Vervolgens ook niet meegedaan aan de Grimpee du Ventoux, maar zondag vroeg met een teleurgesteld gevoel naar huis gereden. Daarna heb ik zo snel mogelijk een afspraak gemaakt met Chris Brands, die gelukkig nog dinsdag ochtend een gaatje voor me vrij had, mede omdat zijn triatlon in China was gecancelled. Dit was toch wel een goede actie: ik bleek toch niet zo goed de houding op mijn Trek naar mijn Canyon te hebben gekopieerd. Aan de ene kant was dit positief, omdat ik nu weer de hoop had dat de slechte prestaties niet aan m'n conditie zouden liggen, maar aan de andere kant was het natuurlijk stom van me dat ik niet ergens in april een keertje langs Chris ben geweest. Maar goed, daar kon ik vervolgens niets meer aan doen, het enige wat ik nu nog kon doen was wennen aan de wijzigingen (ritje op woensdag gaf gelukkig een goed gevoel) en hopen dat de rugpijn tijdens lange klimmen nu verholpen zou zijn, aangezien in het parcours van de Challenge Vercors voldoende klimwerk zou zitten met o.a. de Col de la Machine en de Col d'Herbouilly.


Vrijdag vertrokken Frank, Arjan en ik vanuit Utrecht richting Villard-de-Lans, de reis verliep soepel dus kwamen we mooi op tijd aan op de camping, waar ik vorig jaar ook heen was gegaan. Na een koude nacht, die je helaas ook in een stacarvan voldoende ervaart, stonden we zaterdag op tijd op om een klein stukje te fietsen: Frank en Arjan wilde graag de beklimming van de Col d'Herbouilly vanuit Villard-de-Lans verkennen en ik wilde graag nog even de afdaling tussen Bois Barbu en de weg naar Meaudre bekijken. Uiteindelijk bleek dit overbodig te zijn, aangezien dat weggetje zo gevaarlijk was, inclusief 20% bordje en slecht wegdek, dat de organisatie had besloten de langere afdaling tot aan Villard-de-Lans te nemen. Daarna zijn we het dorpje nog even ingereden voor een kopje koffie en zijn we daarna met de auto richting Meadre gegaan om de inschrijvingen op te halen.

De nacht voor de cyclo was het wederom koud, ik werd al een uur voor de wekker wakker maar daarvoor had ik goed geslapen, dus ik stond met een goed gevoel wakker. Het inrijden richting de start was wel wat minder aangenaam, omdat de zon nog niet in de vallei was en daardoor het zowaar voelde alsof je door een vrieskist zat te rijden. Gelukkig was het laatste stuk een beetje heuvelop en zat de zon al aangenaam te schijnen in het startplaatsje. Het startvak was bij aankomst nog niet echt gevuld dus ik kon m'n fiets redelijk vooraan parkeren, en na wat spullen (bidonnetjes en kleding tijdens inrijden) te hebben afgegeven bij de moeder van Yannick, nam ik zelf ook plaats om vervolgens te wachten op het startschot, die als gewoonlijk weer verlaat was.

Het vlakke stuk tot Autrans ging prima, niet al te hectisch maar het tempo zat er wel goed in. De beklimming van de Croix de Perrin ging wat moeizamer: het tempo was hoger dan vorig jaar, mede dankzij kopwerk van David Polveroni. Om ons niet al te veel in de verzuring te rijden, lieten Frank en ik daarom de voorsten iets uitlopen, na de afdaling zou het toch weer allemaal samensmelten. Op het glooiende weggetje richting Villard-de-Lans lukte het me om redelijk voorin te blijven en op die manier kon ik op een mooie plek aan de eerste beklimming van de Col d'Herbouilly beginnen. Vorig jaar brak het toen al gauw in drie groepen, waarbij de laatste twee na de afdaling weer samen smolten. Dit jaar bleef de kopgroep een stuk groter, mede omdat er iets minder hard voorin werd gereden, maar mede ook omdat het gemiddelde niveau een stuk hoger was, althans zo'n gevoel had ik op dat moment en uiteindelijk bleek dit ook wel redelijk te kloppen. De groep bleef in ieder geval compact tot aan de voet van de Col de la Machine en de enige twee echt noemenswaardige dingen die in dat stuk gebeurden zijn helaas twee fouten van mij: ten eerste stond vlak voor de top van de Col d'Herbouilly de moeder van Yannick om een fles drinken aan te geven, dat deed ze perfect, maar vervolgens nam ik niet de moeite om het flesje even goed in m'n achterzak te doen; ten tweede vloog m'n ketting vlak voor de beklimming van de Col de la Machine eraf. Deze keer niet aan de buitenkant (dat euvel is inmiddels redelijk verholpen) maar juist aan de binnenkant (heb vandaag gelijk een Chain Catcher besteld), waardoor ik een overbodige inspanning moest doen om de groep weer bij te halen, ik vervolgens het eerste stuk van de klim dik in de weerstand reed en ik dit uiteindelijk moest bekopen met een kleine inzinking. Gelukkig herpakte ik me weer halverwege de klim en kwam ik vervolgens boven met vier andere mannen, waaronder twee van Chamrousse Team Cyclosport. Helaas had ik wel net het groepje van Frank gemist, die we op het einde van de klim nog even zagen rijden.

Het stuk daarna reed de derde Fransman in ons groepje een lang stuk goed op kop, maar ondanks dat sloot er 5km voor de top van de Col de la Chaud Clapier nog een groepje van zo'n 6 man bij ons aan. Op het stuk daarna gebeurde er niet zoveel spannends: ik was redelijk relaxed, omdat ik vermoedde dat de laatste schifting pas op de tweede beklimming van de Col d'Herbouilly zou gebeuren en ik het idee had dat de anderen het daar waarschijnlijk wel zwaarder zouden hebben. Toch zat ik op dat moment tegen opkomende kramp te werken, omdat ik de eerste beklimming toch aardig had moeten doortrappen, wat misschien overbodig was omdat ik steeds in de afdaling makkelijk had kunnen terug keren. Om de kramp een beetje weg te krijgen dronk ik zoveel als ik kon, in Vassieux-en-Vercors vulde ik een bidon en een paar kilometer verder stond Yannick's moeder met nog een bidon; ik ging er eigenlijk van uit dat ze bij het waterpunt zou staan, maar nu zat ik met ruim voldoende water tot aan de finish, dus dat was top. Na de beklimming van de Col de St. Alexis kwam een lang stuk door de vallei waar ook redelijk wat wind stond. Gelukkig draaiden we redelijk door, maar lag het tempo toch aangenaam genoeg om nog wat te kunnen herstellen tot Saint-Martin-en-Vercors.

Vlak voor dat dorpje begon het al weer aardig te stijgen, maar daarna begon de laatste klim pas echt: 7km à 7%. Al gauw gingen er drie mannen in de aanval, ik nam het wiel van de Fransman, die na de Machine zo goed kopwerk deed. Het was behoorlijk afzien, maar het lukte me om bij hem te blijven en langzamerhand haalde we ook een van de drie in en de tweede (Chamrousser) bleef later tot het einde bij ons rijden. Een paar kilometer voor de top zag ik Arjan opeens rijden, hem was het wel gelukt om na de Machine voorin te blijven, maar hij moest uiteindelijk zijn inspanning bekopen; 't lukte 'm nog wel om de schade redelijk te beperken en slechts 8 minuten achter me te eindigen. Extra gemotiveerd door het plekje dat ik nu was opgeschoven in de categorie ranglijst (ik had geen idee hoeveel jongeren er in de echte kopgroep zaten en hoopte natuurlijk op dagpodium), lukte het me de laatste steile kilometer het tempo iets op te voeren. Samen met de Chamrousser begon ik met een lekker tempo aan de laatste drie vals platte kilometers, maar de andere Fransman sloot zich al gauw bij ons aan. In de laatste kilometer deed ik een poging om te ontsnappen, wat nog aardig lukte en zo begon ik met een kleine voorsprong aan de laatste afdaling. Helaas was m'n vlucht van korte duur, omdat het midden stuk redelijk vlak is en daardoor haalde het groepje achtervolgers, die toch weer iets gegroeid was, me al gauw weer. Na een korte recuperatie zette ik me nogmaals op kop toen het wat steilere en bochtigere stuk na Bois Barbu begon. Deze keer kreeg ik een wat groter gat en daarom besloot ik na de rotonde onderaan even door te rijden. Al gauw kwam er een Fransman achter me aan en na de volgende rotonde besloot ik even op 'm te wachten en 'm aan te sporen om samen door te rijden. Dit zag die wel zitten en vervolgens reden we kop over kop de laatste 9 kilometers in. We werkten goed samen en daardoor groeide het gat zeer snel: toen we de weg richting Meaudre inslagen was ik er eigenlijk al vrij zeker van dat het groepje ons niet meer zou pakken, maar toch probeerde ik bij elke kopbeurt iets sneller te gaan, wat als gevolg had dat we met dik in de veertig aan de laatste twee kilometers begonnen en we uiteindelijk nog iemand voor ons in zicht kregen. Ik probeerde nog op de laatste helling in Meaudre naar 'm toe te springen, wat gelijk wel het positieve effect had dat ik me mede-aanvaller lostte, maar hij rolde helaas net voor me over de finish.

Vlak na de finish kwam ik al gauw Frank tegen, die nog zat bij te komen van z'n inspanning en die behoorlijk verrast was dat ik zo vroeg achter hem was gefinisht. Ik was vooral benieuwd naar m'n klassering: op de top van de Herbouilly hoorde ik een man roepen dat het om de dertigste plek ging en vlak voor de finish riep een kindje dat ik 28e was. Dit bleek uiteindelijk precies te kloppen en het bleek ook dat ik slechts twee plekken achter mijn grootste tegenstander voor de Grand Trophée, Rodolpe Lourd, was geëindigd! Het absolute resultaat was misschien iets minder dan vorig jaar (nu ook slechts 9e in categorie), maar zoals ik al zei was het niveau een stuk hoger dan vorig jaar, met o.a. sterke deelnemers als Nicolas Ougier, David Polveroni en Girard Thomas. Verder ben ik natuurlijk ontzettend opgelucht, dat ik geen last meer lijk te hebben van de rugpijn en zie ik de rest van het seizoen nu ook weer een stuk positiever aan!

Aankomend weekend ga ik voor het eerst meedoen met de GF Ardennais. Ik verwacht geen topklassering, aangezien de route niet echt bekend voor me is en ik ook geen superfan van de Chambralles ben (en het daar waarschijnlijk al gaat gebeuren). Belangrijker is het weekend daarop: Les Trois Ballons, die ik toch eigenlijk wel ruim binnen de 7 uur wil rijden. We zullen zien of het mogelijk is...

4 opmerkingen:

Eric zei

Mooie prestatie Ruvar, het lijkt gelukkig toch nog goed te komen!

Rob Thierig zei

Dag Ruvar,

Moet een fijn gevoel zijn dat het nu weer goed ging. En een hele mooie prestatie.

Veel succes straks in L3B.

Gr. Rob

Rspauwen zei

Zeker weten, nu alleen nog zorgen dat ik geen materiaal pech meer krijg en dat ik in het begin niet al te veel energie verspil. Oja, en nog een beetje afvallen kan ook geen kwaad nu de volgende cyclo's (behalve GF Ardennaise) steeds meer dan 4000hm bevatten... ;)

Anoniem zei

Netjes Ruvar! Dit klint allemaal veel 'aangenamer' dan de vorige twee :-)